Windenergie is in opmars, maar dat betekent ook dat er steeds meer afgedankte windturbinebladen zijn. Deze bladen, die aan het einde van hun levensduur (25 jaar) worden verwijderd, vormen een groeiende hoeveelheid afval: zo’n vier miljoen ton per jaar in Europa alleen al.
TNO heeft een baanbrekende oplossing ontwikkeld om deze bladen te recyclen. De huidige turbinebladen bestaan voor meer dan de helft uit glas- en koolstofvezel, materialen die prima geschikt zijn voor hergebruik. Traditionele methoden als mechanisch of chemisch recyclen hebben echter nadelen op het gebied van kwaliteit en schaalbaarheid.
TNO en Brightlands Materials Center hebben daarom een thermochemische methode met pyrolyse ontwikkeld. Bij deze methode wordt het materiaal bij bijna vijfhonderd graden verhit zonder zuurstof, waardoor de vezels vrij komen. Deze vezels kunnen vervolgens worden verwerkt in thermoplastisch composiet voor recyclebare producten.
De voordelen van deze nieuwe methode zijn aanzienlijk:
* Het scheelt grondstoffen.
* De CO2-uitstoot wordt sterk verminderd (bijvoorbeeld het ontmantelen van windparken Borssele I en II zou ruim 50 kiloton CO2-reductie opleveren vergeleken met verbranding).
Deze technologie is een uitbreiding van een eerder ontwikkelde methode voor de productie van biochar, een bodemverbeteraar gemaakt door pyrolyse van biomassa. Met enkele aanpassingen is deze methode succesvol toegepast op afgedankte turbinebladen.
De komende jaren zal het belangrijk zijn om deze nieuwe technologie te schalen tot industrieel niveau, zodat we de steeds groeiende hoeveelheid windturbinebladen duurzaam kunnen recyclen.