In Vlissingen daalt de hoeveelheid restafval, net als in andere delen van Zeeland, maar Vlissingers gooien nog steeds meer weg dan gemiddeld.
De huidige hoeveelheid restafval per Vlissinger bedraagt 247 kilo per jaar, terwijl dit maximaal 100 kilo zou moeten zijn. Inmiddels is de berg restafval in vier jaar tijd met 28 procent kleiner geworden, wat overeenkomt met het Zeeuwse gemiddelde.
Het probleem zit hem vooral in het feit dat veel afval eigenlijk niet tot de categorie ‘restafval’ behoort. GFT en plastic maken namelijk tachtig procent van alle afval uit. Dit betekent dat slechts 49 kilo (een vijfde deel) van de 247 kilo restafval is.
Als Vlissingen het afval volledig zou scheiden, zou de doelstelling van 100 kilo per persoon al worden gehaald.