De Nederlandse overheid moet harder ingrijpen om een circulaire economie te realiseren. Hoewel er initiatieven zijn zoals de Nationale Circulaire Plastics Norm (NCPN), die het gebruik van gerecycled plastic wil verplichten, blijft de praktijk achter.
Het probleem is dat nieuw, fossiel plastic veel goedkoper is dan gerecycled plastic, waardoor verwerkers vaak toch kiezen voor verbranding. Dit gebrek aan vraag naar gerecycled plastic vormt een grote hindernis voor de circulaire economie.
De NCPN biedt wel perspectief door afval tot grondstof te maken, CO2-reductie te stimuleren en de afhankelijkheid van fossiele grondstoffen te verminderen. Echter, deze regelgeving geldt alleen voor plastic dat in Nederland geproduceerd wordt, niet voor geïmporteerd plastic. Dit creëert een oneerlijke concurrentiepositie voor Nederlandse bedrijven die duurzaam werken.
Hoewel er ook Europese wetgeving in de maak is, gaat die pas vanaf 2030 gelden en zijn er risico’s op vertraging en verwatering. De Nederlandse overheid moet daarom nu doorpakken en de NCPN uitbreiden om alle plastic op de Nederlandse markt te omvatten, inclusief geïmporteerd plastic.
Dit zou duurzame bedrijven en investeerders perspectief bieden, een concurrentievoordeel creëren en Nederland helpen om aan de internationale koploperspositie in duurzaamheid vast te houden.