Een belangrijke pijler in de Europese wetgeving rondom afvalbeheer is het principe van Verlengde Producentenverantwoordelijkheid (EPR). Dit betekent bijvoorbeeld dat alle economische operatoren die verpakkingen op de EU-markt brengen, verantwoordelijk zijn voor hun juiste beheer en terugwinning.
De verzameling en behandeling van huishoudelijk afval ligt over het algemeen in handen van lokale besturen. Om dit te laten werken, is een systeem van financiële compensaties tussen producenten en afvalbeheerders ontwikkeld.
Dit boek analyseert de juridische en institutionele stelsels van verschillende lidstaten en houdt rekening met alle kosten en voordelen voor deze lokale besturen die voortvloeien uit gescheiden inzameling en sortering. Het geeft een duidelijk beeld van hoe het EPR-principe in de praktijk wordt omgezet.
De auteurs onderzoeken eerst of de industrie de netto financiële kosten van de “voorbereiding op recycling” -activiteiten betaalt, of dat deze extra kosten worden gecompenseerd via de verkoop van gesorteerde materialen, door de consument via hogere prijzen of door de burgers in het algemeen via hogere belastingen.
Daarnaast monetiseren zij de netto milieuwinst die wordt bereikt met het recycling systeem en bespreken ze daarmee het succes en de kosten-batenverhouding (VfM) van het EU-recyclagebeleid. Kortom: wat is de economische terugverdientijd van de verbeterde milie bescherming die wordt bereikt door de naleving van de doelen voor herstel en recycling?