Bij pyrolyse wordt organisch materiaal vergast onder uitsluiting van zuurstof of in een zuurstofarme omgeving. Dit gebeurt bij een temperatuur van 200 tot 1000 graden celcius. Tijdens dit proces treedt verkoling op en ontstaan een aantal fracties die bruikbaar zijn als brandstof. De fracties die als brandstof kunnen worden gebruikt zijn de houtskool delen, het visceuze teer (een organisch vloeistofmengsel) en een brandbaar gas bestaande uit koolmonooxide, kooldioxide, waterstofgas en lagere koolwaterstoffen.
Er onstaat tevens water met organische verbindingen. Dit water dient te worden gezuiverd.

Pyrolyse is een endotherm proces.