Lansink’s ladder: grondslag voor afvalhiërarchie en duurzaam Afvalbeheer

      Reacties uitgeschakeld voor Lansink’s ladder: grondslag voor afvalhiërarchie en duurzaam Afvalbeheer

De Ladder van Lansink is een beleidsinstrument dat de prioriteiten in afvalbeheer structureert en richting geeft aan duurzaam grondstoffenbeheer. De ladder werd in 1979 geïntroduceerd als initiatief van het Nederlandse Tweede Kamerlid Ad Lansink (CDA) en later formeel opgenomen in de Wet milieubeheer. De hiërarchische structuur van de ladder vormt tot op heden de basis van nationaal en Europees afvalbeleid.

De ladder bestaat uit een vijftal treden die oplopen van laagwaardige naar hoogwaardige vormen van afvalverwerking. Hoe hoger een optie op de ladder staat, hoe duurzamer deze wordt geacht:

  1. Preventie (Afval voorkomen): De hoogste trede richt zich op het vermijden van afval door efficiënter gebruik van grondstoffen, productontwerp, en gedragsverandering bij producent en consument. Preventie levert de grootste milieuwinst op doordat afvalstromen in hun geheel worden voorkomen.
  2. Hergebruik: Hierbij worden producten of onderdelen opnieuw gebruikt zonder ingrijpende bewerking. Voorbeelden zijn tweedehandsgoederen of het opnieuw gebruiken van verpakkingen. Hergebruik verlengt de levensduur van producten en voorkomt de noodzaak voor nieuwe productie.
  3. Recycling: Afvalstoffen worden verwerkt tot nieuwe grondstoffen of producten. Dit omvat zowel materiaalrecycling (zoals papier, glas, metalen) als hoogwaardige chemische of mechanische recycling. Hoewel energie wordt verbruikt, wordt toch een deel van de materiaalketen gesloten.
  4. Energieterugwinning: In deze fase wordt de energetische waarde van afval benut door middel van verbranding, waarbij elektriciteit en warmte worden opgewekt. Dit is echter minder duurzaam dan recycling, omdat de materiaalwaarde verloren gaat.
  5. Storten: De laagste trede van de ladder betreft het definitief verwijderen van afval via stortplaatsen. Dit wordt als de minst wenselijke optie beschouwd, vanwege de negatieve impact op het milieu en het verloren gaan van waardevolle grondstoffen.

De Ladder van Lansink biedt een normatief kader voor afvalbeheer waarin preventie en circulaire strategieën worden gestimuleerd boven lineaire en destructieve methoden. Het model is niet alleen juridisch verankerd in Nederland, maar heeft ook internationaal navolging gekregen. In Europese richtlijnen, zoals de Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2008/98/EG), is een soortgelijke hiërarchie opgenomen.

De relevantie van de Ladder van Lansink is in de afgelopen decennia enkel toegenomen, zeker binnen het huidige streven naar een circulaire economie. Door haar eenvoud, toepasbaarheid en wetenschappelijke onderbouwing blijft de ladder een krachtig instrument binnen milieubeleid, educatie en industriële besluitvorming.

❓Meer weten?

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Selecteer hierboven een letter om door ons wiki te bladeren.

♻️ Wat gebeurt er met jouw afval?

Afval dat je inlevert bij het afvalbrengpunt is geen eindstation, maar juist het begin van een nieuwe kringloop. Veel afvalstromen worden gesorteerd, gereinigd en verwerkt tot nieuwe grondstoffen of producten. Denk aan metalen uit elektronica, compost uit GFT-afval of kunststofgranulaat uit plastic verpakkingen.

🔍 Lees hier meer over de recyclingprocessen achter het afval dat je inlevert.