De End-of-Waste (EoW) criteria bepalen onder welke voorwaarden een afvalstof niet langer als afval wordt beschouwd, maar als een grondstof of product. Deze Europese regelgeving is van groot belang voor de circulaire economie, omdat het bedrijven in staat stelt om gerecyclede materialen legaal opnieuw in te zetten als alternatief voor primaire grondstoffen.
Wettelijk kader
De basis voor EoW-criteria ligt in de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2008/98/EG). Volgens deze richtlijn houdt afval zijn status als ‘afval’ totdat een specifiek verwerkingsproces is doorlopen en aan vier kernvoorwaarden is voldaan:
- Het materiaal wordt gewoonlijk gebruikt voor specifieke doeleinden.
- Er is een markt of vraag naar het materiaal.
- Het materiaal voldoet aan technische eisen en wettelijke normen.
- Het gebruik van het materiaal heeft geen schadelijke gevolgen voor mens en milieu.
Zodra een materiaal aan deze voorwaarden voldoet, mag het officieel als niet langer afval worden beschouwd – het heeft dan de EoW-status bereikt.
Voorbeelden van EoW-toepassingen
- Metalen zoals koper en aluminium na smelten en zuiveren
- Glasgranulaat uit ingezameld verpakkingsglas
- Gecomposteerd GFT-afval dat voldoet aan eisen voor bodemtoepassing
- Kunststofrecyclaat dat geschikt is voor productietoepassingen
Niet alle afvalstromen hebben generieke EoW-criteria. Voor veel stromen geldt dat de beoordeling per geval of per land wordt gedaan. Lidstaten mogen eigen invulling geven zolang dit binnen het Europese kader past.
Belang voor de recyclingsector
- Verhoogt de marktwaarde van secundaire grondstoffen
- Vermindert administratieve lasten die gepaard gaan met het transport en gebruik van afval
- Stimuleert hoogwaardige recycling en toepassing in nieuwe producten
- Ondersteunt de transitie naar een circulaire economie
Let op
Een product met EoW-status is geen afval meer, maar moet nog wel voldoen aan andere wet- en regelgeving (zoals REACH, productveiligheid of meststoffenwetgeving).